De dunne en de dikke darm bij een SIBO
Onze darmen vormen een belangrijke barrière tussen de buitenwereld en onze binnenwereld. Het is ook de plek waar voedingsstoffen worden opgenomen, zodat we energie kunnen maken, kunnen groeien en kunnen herstellen als het nodig is. Maar de darmen zijn ook vaak een bron van klachten. Bij een SIBO, dat staat voor Small Intestinal Bacterial Overgrowth, ofwel bacteriële overgroei in de dunne darm, is dat ook het geval. In deze blog lees je over de verschillen tussen de dunne en dikke darm en hoe zich dat verhoudt bij SIBO.
Verschillen tussen de dunne en dikke darm
In bewoording lijken ze veel op elkaar, maar de dunne darm is zowel in structuur als functie fundamenteel anders dan de dikke darm. De dunne darm, met een gemiddelde lengte van 5 meter, is verantwoordelijk voor de opname van voedingsstoffen. Hier worden spijsverteringsenzymen van de alvleesklier en gal toegevoegd aan het voedsel, waardoor de vertering en opname van eiwitten, koolhydraten en vetten mogelijk is. Na dit proces beweegt de voedselbrij zich naar de dikke darm, waar voornamelijk water, zouten en specifieke vitaminen worden opgenomen.
Darmbacteriën
Om weerstand te kunnen bieden aan allerlei schadelijke micro-organismen zoals bacteriën, virussen en parasieten, worden onze darmen bevolkt door gunstige darmbacteriën. In het begin van de dunne darm zijn dat er normaliter niet veel. Maar richting de dikke darm neemt de hoeveelheid bacteriën in aantal en soorten enorm toe. Onze dikke darm bevat maar liefst 1,5 kg aan bacteriën.
Bij een SIBO zitten er teveel en/of verkeerde bacteriën in de dunne darm. Maar waar komen deze bacteriën dan vandaan en waarom nestelen ze zich daar? Deze bacteriën kunnen vanuit de dikke darm omhoog groeien als reactie op ongunstige omstandigheden ter plekke, mogelijk veroorzaakt door parasieten of schimmels. Maar het probleem kan ook van bovenaf komen. Verkeerde voeding kan schadelijke bacteriegroei juist stimuleren. Een maagzuurtekort of onvoldoende werking van spijsverteringsenzymen of gal kan er daarbij voor zorgen dat er te weinig schadelijke bacteriën afgedood worden. Een grondige analyse van het hele maagdarmkanaal is daarom cruciaal om de oorzaak van SIBO te achterhalen.
Klachten bij een SIBO
De bacteriën in de dunne darm verbruiken de aanwezige voedingsstoffen voor hun eigen groei, wat resulteert in fermentatie en de vrijlating van gassen. Afhankelijk van het type bacterie, worden er verschillende soorten gassen geproduceerd, waaronder methaangas, waterstofgas of zwavelwaterstofgas. Doordat de wand van de dunne darm erg elastischer is, kan bij gasvorming de buik enorm uitzetten. Dit kan ook leiden tot buikpijn, boeren, winderigheid, een borrelende buik en andere klachten. Een SIBO gaat daarnaast vaak gepaard met een verminderde opname en vertering van voedingsstoffen, waardoor het belangrijk is om te letten op mogelijke vitaminetekorten en -verstoringen.
Om te onthouden
- Normaliter bevat de dikke darm veel meer darmbacteriën dan de dunne darm
- Bij SIBO is er sprake van een overgroei van (verkeerde) bacteriën in de dunne darm
- Een SIBO ondermijnt de opname en vertering van voedingsstoffen waardoor tekorten makkelijk ontstaan
- Het achterhalen van de oorzaak en het doen van goed onderzoek is essentieel voor een effectieve behandeling