Werkgebied

Nederland

(+31) 85 130 79 75

Bel ons: ma t/m vr van 10.00 - 16.00 uur

Ontlastingsonderzoek: verteringsparameters

Ontlastingsonderzoek: verteringsparameters

Ontlastingsonderzoek levert waardevolle informatie over het wel en wee in onze darm. In de vorige twee blogs heb je kunnen lezen over de informatie die immunologische markers ons geven. In deze derde blog over ontlastingsonderzoek gaan we dieper in op verteringsparameters, waaronder de pH, vetpercentage, watergehalte en suikergehalte. Hieronder lees je er meer over.

Welke inzichten kan ontlastingsonderzoek ons geven?

Om erachter te komen wat de oorzaak is van je darmklachten, is het effectief om naar je ontlastingspatroon te kijken en je ontlasting te laten onderzoeken in een gespecialiseerd laboratorium.

Het is een niet-invasief onderzoek, wat betekent dat het niet nodig is om apparatuur in het lichaam te brengen. Het onderzoek is goed zelf uit te voeren en makkelijk te herhalen indien nodig. Het levert bovendien een schat aan informatie op en maakt inzichtelijk wat er zich in jouw binnenwereld van de darm afspeelt. Zo kun je inzicht krijgen in de micro-organismen die er leven. Leveren ze jou een gunst of wordt het milieu verstoord door bijvoorbeeld parasieten? Met behulp van allerlei immunologische parameters kan aangetoond worden of er ontstekingen gaande zijn. Door te kijken en het meten van verteringsparameters weet je hoe het met de kwaliteit van je verteringsstelsel is gesteld. En of je dus ook daadwerkelijk opneemt wat je eet.

Met het blote oog

Niet altijd hoeft je poep onder de loep om wat zinnigs te zeggen. Alleen al door te kijken kun je zien of het om harde keutels, een mooi gevormde worst of om waterige ontlasting gaat. Dit zegt al iets over het gehalte aan water of vet. Ook de kleur is informatief. Normaliter neemt de ontlasting een licht- tot donkerbruine kleur aan. Zwarte ontlasting kan duiden op de aanwezigheid van bloed, terwijl een lichtgele of witte ontlasting kan duiden op bijvoorbeeld verstopte galwegen.

Zuurgraad van de ontlasting

De zuurgraad, ofwel de pH, is een algemene bepaling. De pH wordt bepaald door de samenstelling van microben in de endeldarm. Idealiter is deze tussen de 5,8 en 6,8. Eenzijdige voeding of een gebrekkige vertering leiden tot een verschuiving van de pH. Dit is niet wenselijk vanwege het feit dat er dan schadelijke stoffen geproduceerd kunnen worden door de aanwezige microben.

Verteringsparameters

In de ontlasting kunnen spijsverteringsresten gevonden worden, zoals suiker, vet, stikstof en water. Het gehalte aan deze stoffen wordt standaard gemeten om te bepalen of het binnen de normale range valt. Deze parameters geven inzicht in de effectiviteit van de vertering. Overigens zegt 1 waarde of uitschieter niet altijd alles, en is het belangrijk de gehele context als voedingspatroon en klachten mee te nemen.

Een hoog vetgehalte kan betekenen dat vetten niet goed verteerd worden, mogelijk als gevolg van lever-, gal- of pancreasproblematiek. Als het watergehalte hoog is, kan dat duiden op een mineralentekort in het lichaam. Een hoog suikergehalte is vaak het gevolg van een koolhydraatintolerantie op bijvoorbeeld fructose of lactose.

Maldigestie

Maldigestie, een verstoorde vertering, is specifieker af te lezen aan de parameters pancreas elastase en galzuren. Pancreas elastase is een spijsverteringsenzym dat wordt geproduceerd door de pancreas (alvleesklier) en af wordt gegeven in de darm voor de vertering van eiwitten. Verlaagde waarden geven aan dat de productie niet optimaal is, vaak als gevolg van een verstoorde bloedsuikerregulatie en insuline gevoeligheid. Hierdoor kunnen eiwitverteringsproblemen en klachten ontstaan.

Galzuren worden geproduceerd in de lever uit cholesterol en zijn nodig voor de vetvertering. Ze ondersteunen de darmperistaltiek, zodat je regelmatig ontlasting hebt. Normaliter worden ze weer heropgenomen. Als dit proces echter niet goed verloopt en er teveel galzuren achterblijven in de ontlasting, dan ontstaat er diarree. Bij darmaandoeningen is dit proces nogal eens verstoord, maar ook een overproductie van galzuur, verwijdering van de galblaas, een bacteriële overgroei in de dunne darm (SIBO) of coeliakie kunnen voor afwijkende galzuurwaarden zorgen.

Om te onthouden

  • Een ontlastingsonderzoek levert boordevol informatie en vormt vaak de start van een behandeltraject
  • Kijk ook zelf eens wat vaker achterom! Strepen in de pot wijzen bijvoorbeeld op een gebrekkige vetvertering
  • Afwijkende verteringsparameters maken duidelijk dat de vertering, maar dus ook de opname van voedingsstoffen niet optimaal is
  • Raadpleeg voor interpretatie van een ontlastingsonderzoek altijd een deskundige die het gehele plaatje bekijkt en op zoek gaat naar onderliggende oorzaken